Inwoners van Voorburg hebben spijt van de fusie met Leidschendam, zo stond te lezen in de Telegraaf van donderdag 4 september. Zij vinden dat hun dorp sinds de fusie ernstig wordt verwaarloosd ten opzichte van hun voormalige buurgemeente. Het tot grote hoogte woekerende onkruid in straten en langs sloten wordt dan ook aan de fusie toegeschreven. De werkelijkheid is echter anders. Het beleid voor het onderhoud van de openbare ruimte is sinds de fusie (nog) niet veranderd. De manier waarop we in Voorburg en Leidschendam te werk gaan is namelijk bepaald door de gemeenteraden van de twee voormalige gemeenten. Beide volgden daarbij de landelijke tendens: steeds minder chemische bestrijding, en meer natuur in de stad door bijvoorbeeld de slootkanten maar eens per jaar te maaien. En minder gif betekent ook betere overlevingskansen voor het onkruid. Door het buitengewoon groeizame weer is het onkruid dit jaar wel erg hard gegroeid. In Voorburg voeren we momenteel dan ook een inhaalslag. Wijkbeheer besteedt hier extra aandacht aan het onkruid op de bestrating. Er wordt korte metten gemaakt met de overdaad aan ongewenste begroeiing. Tevens wordt gebruikt gemaakt van een selectieve spuitmethode, waarmee met een minimale hoeveelheid gif een maximum aan onkruid wordt verdelgd. De gevolgen zijn inmiddels zichtbaar. Het veranderde stadsbeeld zoals sommige inwoners van de Kern Voorburg dat ervaren, is dus niet het gevolg van de fusie, maar van het uitvoeren van eerder vastgesteld beleid. Als je een zondebok zoekt is ´fusie´ kennelijk een makkelijke naam. Voor de toekomst komt er nieuw beleid voor de fusiegemeente, waarbij een afweging moet plaats vinden tussen de voor en nadelen van de huidige methoden. De politiek zal hierbij moeilijke keuzes moeten maken. Een keuze die grofweg zal gaan tussen een strak en goedkoop biljartlaken en duurzame natuur in de stad. Het is maar net wat je mooi of belangrijk vindt.

Kees van der Brugge, wethouder wijkbeheer gemeente Leidschendam/Voorburg