VIERDAAGSE VAN NIJMEGEN

Vier dagen feest, zo heette twee weken geleden de Dorpsketting met het oog op de fietsvierdaagse, een knipoog naar de kermis en nu ook weer een link naar de echte Vierdaagse. Als je getraind en daardoor ontspannen loopt, is dat ook vier dagen feest. Ik tref Jeanet Schuyt op zaterdag stralend in de supermarkt en de vraag doet zich direct voor of ze de vierdaagse weer heeft gelopen. Ja hoor, het was heerlijk. Het blijft in mijn achterhoofd rond dwarrelen en eigenlijk is het fantastische pres tatie als je dat kunt.

Hoogste tijd voor een bezoek aan moeder Jeanet en dochter Ursula. Samen hebben ze ‘m al 7 jaar gelopen, Jeanet heeft hem een jaar langer gelopen, dat jaar was Ursula zwanger van Bjorn en zat zij tonnetje rond langs de kant toe te kijken. En dat was voor haar vermoeiender dan de Vierdaagse lopen, omdat je dan de hele dag zit te zoeken tussen al die lopers.

Dit jaar deden er 46.000 mee, die allemaal slaapplaats moeten hebben en de nodige supporters langs de lijn hebben zitten. Zelf staan ze met de caravan op een spe ciaal ingerichte camping ter grote van 9 sportvelden op een half uurtje fietsen af stand van de start. Ze staan ’s morgens om 4 uur op, overleggen de avond ervoor wat ze aantrekken, doen hun haar in model, tutten zich lekker op en gaan rond kwart voor zes van start. Elke dag starten en finishen ze op dezelfde plaats. En on danks het grote aantal lopers lijken ze elke dag dezelfde mensen tegen te komen.

Op de eerste loopdag was er van alles gebeurd vanwege de hoge temperatuur van 33 graden en vielen er mensen onderweg flauw. Vooral bij de finish was het druk met ambulances en moesten ze een keer of zes wijken voor de ambulance. Mensen liepen over te geven of vielen bij bosjes neer. Hun schoenen bleven aan het warme asfalt plakken. Deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat de tweede dag de afstand werd ingekort. De 50 km werd ingekort naar 40 en de 40 naar 30. De militairen mochten hun zware bepakking van 10 kg thuis laten. Ze drinken 6 á 7 liter water per dag weg. Onderweg stonden kinderen langs de route te spuiten met wa terpistolen en sommige enthousiaste mensen gooiden zelfs met emmers water en dat kon nog wel eens klappen op de spieren veroorzaken en dat was dus niet echt prettig. Bij de finish op het plein De Wedren, voorheen Keizer Karelplein, stond de brandweer de mensen af te spuiten met water.
Zelf zijn ze van mening dat ze beter eerder van start hadden kunnen gaan in plaats van de route in te korten. Toch lopen ze liever met warmte dan met regen. Met regen is iedereen weggedoken onder zijn capuchon of paraplu en is hierdoor minder aanspreekbaar. Als de zon schijnt is het een stuk gezelliger. Ook langs de route, de aanmoedigingen en de babbeltjes onderweg. Ze worden al herkend: “Hé daar heb je die moeder en dochter weer!’

Vaak krijgt men de indruk dat blaren het ergste is dat je kan overkomen. Dat is dus niet zo, wat te denken aan je spieren of het stuk zitten tussen de oren. Als je vier dagen met diverse groepen optrekt, komen er steeds meer gebreken boven, zoals doorgelopen billen, peesontstekingen, pijnlijke knieën. Gelukkig hebben ze daar geen last van gehad. Wel had Ursula last van warmteuitslag, een soort vochtophoping in de benen, dat vrij lang nog nasuddert. Kleding is erg belangrijk omdat randjes, naadjes en knopjes op den duur gaan irriteren.

Vooral de laatste 10 km van de dag zijn zwaar, de energie is een beetje weg en juist die laatste kilometers heb je elkaar hard nodig. Je trekt elkaar er dan door heen, door met mensen onderweg te babbelen ben je weer afgeleid. Met de een heb je een serieus gesprek, met een ander loop je te geiten en met weer een ander tap je moppen of ga je zingen. Het is dan ook een erg sociaal gebeuren met 46.000 mensen om je heen.

Het is prettig om met elkaar te lopen, je hoeft alleen elkaar in de gaten te houden, het lopen in grote groepen is gewoon lastig. Zij zijn enorm op elkaar ingesteld. Hun klokken lopen gelijk als het om plas en eetpauzes gaat. Door inspanning ont spannen, dat is heerlijk en dan het voldane gevoel aan het einde van zo’n dag. Heerlijk op het terras napraten, eten en op tijd naar bed. Normaliter om half 9, maar vanwege de warmte werd het gauw half tien, want om vier uur gaat de wekker weer.

Ze hebben niet het gevoel veel te trainen, ze lopen gewoon graag met elkaar. Heerlijk om lekker buiten bezig te zin. In het voorjaar gaat het dan ook altijd weer kriebelen. Eind maart, begin april wordt er opgebouwd en in de laatste maand wordt een keer of vier 40 km gelopen. Bij georganiseerde tochten in de buurt komen ze dezelfde mensen tegen, die ook de vierdaagse lopen. Doordat ze toch ki lometers in de benen hebben lopen ze ontspannen en kunnen dan ook volledig genieten van de dingen die om hen heen gebeuren.
Ze gaan niet voor het kruisje maar voor de gezelligheid. Na de finish is het altijd een beetje een vreemd einde. Je trekt vier dagen met elkaar op, je bouwt een band op en ineens is iedereen weg en kan je niet echt afbouwen. Ieder gaat zijn eigen weg en op zaterdag is het echt afkicken en lopen ze er wat verloren bij.

Ontwennen, bijkomen en losmaken van het geheel. Het weer op jezelf zijn aan gewezen. Gelukkig is er dan de kermis en informeert ieder naar hun ervaringen en kunnen ze hun verhalen weer kwijt. De lange afstanden gaan weer in de kast en vanavond lopen ze gewoon weer een rondje Stompwijk gelopen.

Ook Nel van Schie, Lia de Jong, Gerard en El Oudsoorn en Geert van den Bosch hebben hem weer uitgelopen. Uitspraak van Lia is dat ze drie dagen loopt om de vierde dag door te kunnen komen. Gefeliciteerd allemaal. Elders worden andere lopers nog speciaal gefeliciteerd.

Petra Oliehoek