Ambitieuze energiestrategie dankzij samenwerking in regio Rotterdam – Den Haag

De Regionale Energiestrategie (RES) 1.0 in de energieregio Rotterdam – Den Haag is klaar voor lokale besluitvorming. Wethouder duurzaamheid Jan-Willem Rouwendal: “In Leidschendam-Voorburg zetten we ons in voor een CO2-neutrale gemeente in 2050. Om deze ambitie te verwezenlijken moeten we ons energieverbruik verminderen en de overstap maken naar hernieuwbare energiebronnen. Hoe we dit gaan doen werken we uit in de Lokale Energiestrategie”. De gemeente Leidschendam-Voorburg is – samen met 22 andere gemeenten, 4 waterschappen en de provincie – ook bij de regionale aanpak van de energietransitie betrokken, waarvoor nu een ambitieuze, maar realistische strategie ligt.

Schone energie voor iedereen

De RES is een strategie voor de regio Rotterdam-Den Haag en brengt de plannen van decentrale overheden, zoals gemeenten en provincie, bij elkaar. De strategie – die voortkomt uit het nationale Klimaatakkoord – wordt ingezet om het lokale beleid van gemeenten verder vorm te geven. In de RES staan ambities op het gebied van onder andere warmte, elektriciteit, duurzame brandstoffen. Samen zet de regio Rotterdam-Den Haag zich in voor betaalbare, betrouwbare, veilige en schone energie voor iedereen. Het doel is in 2030 nationaal 49% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. Volgens het Klimaatakkoord moet in 2050 de uitstoot zelfs met 95% zijn afgenomen.

Warmte besparen en uitwisselen

Warmte besparen – bijvoorbeeld door uw woning goed te isoleren – is een belangrijke eerste stap. In de regio Rotterdam-Den Haag, streven we naar een besparing van minimaal 20% in de gebouwde omgeving en minimaal 30% in de glastuinbouw. Er is veel warmte beschikbaar in onze regio: zo kunnen we warmte winnen uit de bodem en is er restwarmte uit de haven. Deze warmte willen we optimaal uitwisselen in de regio. Daarom werkt de regio Rotterdam-Den Haag aan een regionale warmtestructuur met de laagste maatschappelijke kosten.

Duurzame opwekking van elektriciteit, passend bij landschap

De regio Rotterdam-Den Haag ziet kansen om duurzame elektriciteit op te wekken, die voor 8 á 9 % zal bijdragen aan de nationale opgave uit het Klimaatakkoord. Doen wat past bij het landschap is leidend. Daarom zetten we zeer stevig in op zonne-energie op daken, parkeerplaatsen en waterbassins en onderzoeken we mogelijkheden voor windmolens en zonne-energie langs bijvoorbeeld (snel)wegen. Opwekking van duurzame elektriciteit in natuurgebieden doen we niet. De aanpak van de grootschalige energieopwekking kan per gebied verschillen en wordt samen met belanghebbende partijen uitgewerkt. Overgaan op duurzame energiebronnen doen we immers niet alleen. We werken hiervoor samen met decentrale overheden in de regio, netwerkbeheerders, maatschappelijke organisaties en ondernemingen.

Inzet van duurzame brandstoffen

Met een uitgebreid energienetwerk en relatief grote capaciteit, heeft onze energieregio een goede basis voor het produceren en transporteren van duurzame brandstoffen. Groengas en waterstof kunnen breed in het energiesysteem worden ingezet, maar zijn nu nog beperkt beschikbaar. De samenwerkende partijen in onze regio hebben de ambitie om het gebruik van deze energiebronnen richting 2030 en 2050 flink te verhogen. Vooral groene waterstof, geproduceerd uit duurzame elektriciteit, moet een grote rol gaan spelen.

Wat betekent de RES voor inwoners en bedrijven?

De verandering die door de energietransitie in gang worden gezet, zal voor iedereen merkbaar zijn. Bijvoorbeeld omdat een wijk van het aardgas af gaat of omdat er zonnepanelen op het dak van een winkelcentrum worden gelegd. We moeten samen optrekken om de landelijke klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen. Daarom vinden we het belangrijk dat u als inwoner of bedrijf kunt meedenken met de ontwikkeling en de uitvoering van de RES. Zo maken we de energietransitie passend bij onze eigen omgeving.

Hoe verder?

De gemeente Leidschendam-Voorburg bepaalt zelf hoe de RES wordt vertaald naar lokale plannen en uitvoering. De gemeenteraad besluit op 8 juni over de vaststelling van de RES 1.0. De RES wordt elke twee jaar geactualiseerd, op basis van nieuwe inzichten, ervaringen en technieken.