Vele wegen leiden naar Rome, maar ook naar Rotterdam

Ik fiets regelmatig naar mijn dochter in Rotterdam en volg dan keurig de bordjes, maar vandaag, 6 juni, is alles anders. Op de kalender van de soos activiteiten staat ‘jaarlijkse fietstocht’.
Na een korte nacht, door de hevige regen die tegen de ramen sloeg en het onweer wat mij onder mijn bed deed duiken, stond ik half slaperig om half tien op de afgesproken plaats te wachten op de sportievelingen uit Stompwijk. Om tien uur dacht ik, zou de kerkklok stilstaan want er kwam niemand. Wat een geluk is het toch te leven in de moderne tijd waarin een ieder beschikt over een mobile telefoon. En dan te bedenken dat in de jaren ‘70 deze alleen nog maar te zien waren in de Star Wars film en je deze fantasie niet kon geloven. Maar gelukkig ik had een VM bericht waarop Annie duidelijk sprak, we zijn wat later want er is een lekke band onder ons, we staan bij het parkeerterrein van de Intra tuin. Hoe zou dat vroeger gegaan zijn, zonder mobiel. Al met al was het onze voorman die erg aan het tobben is geweest met de achterband. Zelfs de hulptroepen uit Zoetermeer zijn, in de persoon van Henk, nog komen helpen en uiteindelijk konden we op weg. Een uurtje te laat voor de koffie maar in Nederland is het gelukkig altijd koffietijd.
De gevoelstempratuur wisselde van heerlijk zonnig naar knap winderig fris. Heel in de verte zagen we donkere wolken maar tussen onze voorman en de hekkensluiter was er geen sprake van een donderbui iedereen had een zonnig humeurtje. (En trek in koffie). Annie en Aad hebben ons langs prachtige landelijke wegen geleid naar het zwarte goud in Delfts Hout. En overal dacht ik, hier ben ik nog nooit geweest, volgende keer ga ik zo naar Rotterdam.
Na de heerlijke taart bij de koffie moesten we toch maar weer wat kilometers in de benen krijgen voor de verbranding van al dat lekkers want we wisten na de koffie komt de lunch. Inmiddels wist ik nog 15 kilometer te gaan en ik als niet ervaren kilometervreter had pijn in de bibs.
“Hup niet zeuren……gewoon blijven trappen” zei Trees, zij was de enige dame in het gezelschap die echt moest trappen want Trees reed zonder trapondersteuning. Weer was ik ergens waar ik nog nooit geweest was en weer dacht ik…. Zo dichtbij en zo mooi waarom volg ik toch altijd die bordjes, als je ook achter Aad en Annie kan aan fietsen.

Aangekomen bij de Dobbeplas hebben we een plekje gevonden waar we gezellig met elkaar aan tafel konden zitten en heeft ieder voor zich de bestelling gedaan. Voor Joop ging er een wereld open toen hij zag wat hij besteld had ‘een wrap’. hij heeft gesmeuld.
De kok had het verder druk met eieren rapen voor de nodige omeletten en uitsmijters die werden besteld. Met een volle buik naar huis ging goed en dat ene wijntje deed ook geen kwaad.
Toen, we waren bijna op de Oude Middenweg, sprak Aad de legendarische woorden: “We gaan nog niet huis…nog lange niet…nog lange niet… We gaan nog niet naar huis want daar is niemand thuis……”
In plaats van rechts af te slaan naar de Stompwijkseweg nam Aad ons mee op sleeptouw door de wijk De Tol naar de ijssalon bij het Sluisje. Allemaal heerlijk een ijsje gegeten, Trees wel een heel kleintje…….en toen …was het ineens afgelopen iedereen was van mening dat Annie en Aad een prachtige rit verzorgd hebben en we genoten hebben met elkaar.
Ik wil, Marrijke, Aad, Annie, Sjaan, Joop, René, Piet, zijn vrouw, de twee Lenie’s en Trees bedanken voor hun bijdrage aan deze dag, een dag met een gouden randje.

Namens het bestuur,
Marianne