In memoriam Siem van Es

Pa was bekend als Siem, geboren in Stompwijk, in de woonruimte achter de manufacturen winkel waar later de bewaarschool stond en nu het Kulturhus binnenkort geopend wordt, op 19 juli 1929. Hij had een moeizame start omdat hij weigerde te eten, met een aantal weken intensieve zorg in het ziekenhuis als gevolg. Hij groeide op als oudste zoon van Toon van Es en Adriana van Bemmelen tussen 5 zussen en 3 broers, in de zware jaren voor en tijdens de 2e wereldoorlog. Jaren waarover wij de laatste tijd steeds meer hoorden. Over de zware tocht die hij op 16-jarige leeftijd samen met zijn zussen Annie en Nel te voet maakte in de hongerwinter. Lopend achter een kinderwagen naar Overijssel om graan en aardappelen te halen voor zijn familie. Zware jaren waarin hij als kind zijn ouders hielp brood op de plank te krijgen door met zijn zussen ‘kranten te lopen’. De laatste maanden maakte hij deze krantentochten in zijn dromen en riep dan om zijn zussen.

Na de oorlog werd hij al snel als dienstplichtige opgeroepen, en lag in Amersfoort. Na de dienstplicht monsterde hij als schippersknecht aan op de binnenvaart, en speelde het toeval mee dat hij in de haven lag toen in februari 1953 Zeeland door een zware storm geteisterd werd. Het is de nacht die de Nederlandse geschiedenis ingaat als de nacht van de watersnoodramp en 1836 mensen stierven. Die ochtend werd Siem wakker van het nieuws op de boordradio en besloot direct actie te ondernemen. Toen hij uit het raam keek zag hij overal water. Huizen stonden compleet onder water. Hij sprak de schipper aan en stelde voor om met de boot het overgestroomde gebied in te varen op zoek naar mensen. De schipper weigerde omdat het de dag des Here was en op deze dag werkte de schipper niet. Siem vroeg of hij dan met de reddingsboot, die achterop de boot hing, het gebied in mocht varen. Daar stemde de schipper mee in. In de tocht die Siem samen met een andere knecht maakte, zag hij de verschrikkingen van de watersnoodramp. Verdronken mensen, maar ook veel vee zoals koeien en varkens dreven in het water. Siem zag bovenop een dak van een gebouw een groep kinderen zitten. De kinderen zaten daar al de hele nacht. Het water steeg en de kinderen waren op van de kou. Hij voer er naar toe en samen haalden ze de kinderen van het dak. Het waren echter teveel kinderen en ze moesten meerdere keren varen om de kinderen in veiligheid te brengen. Tijdens het aan boord gaan van de kinderen viel 1 van de kinderen in het water, verdween onder de boot, en kwam niet meer boven. Alle andere kinderen werden gered. In de jaren na de watersnoodramp praatte Siem nooit over de watersnoodramp. Hij had het er moeilijk mee dat hij 1 kind niet heeft kunnen redden. Hij zwierf in de maanden na de ramp vaak door de polder in Stompwijk omdat hij er niet over kon praten.

Pas vanaf ongeveer 2005 begon hij over de watersnoodramp te praten. In 2018 was Siem aanwezig bij Neeltje Jans, de herdenking ‘65 jaar watersnoodramp’. Tijdens die herdenking was hij nog steeds emotioneel over de gebeurtenis en zat er met tranen in zijn ogen. Wat opvalt is dat Siem een genuanceerde mening had over de schipper en het feit dat deze op zondag niet wilde helpen. Dit was de geloofsovertuiging van de schipper en daarvoor had hij respect. Hij was dankbaar voor het lenen van de reddingsboot en roeide letterlijk met de riemen die hij had…. Daags na de watersnoodramp nam Siem trouwens wel ontslag bij deze schipper. Iedereen heeft recht op zijn mening en hij respecteerde elke mening, maar had zelf ook een mening en die was in dit geval duidelijk anders dan die van de schipper. Ook valt op dat hij het steeds had over het kind dat onder de boot verdwenen was. Nooit had hij het over de kinderen die hij gered had. Hij was een man die altijd mensen hielp, nooit iemand liet staan en je kon hem alles vragen. Wij zijn daar heel erg trots op!

Zijn loopbaan in de binnenvaart eindigde abrupt toen hij het droevige bericht ontving dat zijn vader, slechts 68 jaar oud, aan een hartaanval was overleden. Het overlijden van zijn vader maakte dat hij als oudste zoon de manufacturenzaak over moest nemen. Siem ging als venter met lapjes, band en garen langs de deuren. Tijdens zo’n huisbezoek sloeg de vlam over en bloeide de liefde tussen Rietje en Siem op. Op 14 oktober 1958 beloofden zij bij elkaar te blijven totdat de dood hen zou scheiden. Het waren nog steeds zware jaren en er heerste grote woningnood. Een gewoon huis lag niet binnen hun bereik, daarom kocht Siem een woonboot. Samen trokken zij in de woonboot in de Starrevaart in Leidschendam, waar al gauw gezinsuitbreiding plaatsvond. En bleef uitbreiden totdat het gezin een kinderschare van 9 telde. Om dit gezin te onderhouden werkte Siem inmiddels als bootsman in de haven van Rotterdam. Omdat hij op dat moment de enige was met een rijbewijs werd hem gevraagd ook voorman te worden. Hij moest daarvoor een personenbusje aanschaffen en ontving per kilometer en per kop die hij vervoerde vergoeding. Siem was altijd al een rekenaar en hij rekende uit, dat hem dat extra salaris opleverde, dus hij stemde in. Hij was daarin een kleine zelfstandige. Na enkele jaren berekende hij dat hij, om de inkomsten te verhogen, zelfs een 2e busje kon laten rijden. Hij kocht zijn busjes steeds bij garage Luiten in Stompwijk. Maar, niet alleen in de haven verdiende hij zijn centen, hij had ook een bijbaan op de boerderij. Voordat hij zijn rondje langs zijn collega’s in Stompwijk en Leidschendam maakte, ging hij eerst naar ‘de boer’ waar hij tijdens de piekuren rondom het koeien melken Boer Overdevest hielp. Na de werkdag in de haven en na het thuisbrengen van de havenmensen, ging hij weer naar Boer Overdevest waar de koeien al weer met volle uiers op hem stonden te wachten. En dan pas stapte hij weer binnen bij zijn vrouw Riet, waar hij de zorg voor de kinderschare bijna helemaal aan over moest laten. De grote zorgen om financieel rond te komen hebben zijn hele leven beheerst en dat speelde de laatste jaren, toen het eigenlijk niet meer nodig was, weer op. Na zijn pensionering op z’n 56e zat hij niet lang stil. Hij vond al snel een baantje in Stompwijk bij ‘de zakkenboer’ Lelieveld en stond achter de lopende band of timmerde pallets in elkaar. Hij heeft dit zeker 20 jaar volgehouden.

Siem had ook veel plezier in het leven. Eerst en vooral in de liefde voor zijn vrouw Riet. De momenten waarop wij hem volop zagen genieten waren de momenten dat hij glunderende van trots tijdens een dagje uit. De kinderen rondom hen, de arm om de schouders van zijn vrouw geslagen, liep hij rond in een pretpark, de dierentuin, het strand en de duinen of de looptunnel. Met z’n allen in de bus onderweg, liedjes zingen. We kennen allemaal zijn ‘haparubanda’. Op vakantie gaan, zat er niet vaak in, maar de paar keer dat we dat met het hele gezin hebben beleefd waren voor Siem, Riet en de kinderen hoogtepunten in het leven.

Siem hield van sport, om te doen en om te kijken. Zijn grote passie was schaatsen en dan afzien tijdens de lange afstand. Op dit moment halen de mensen hun schaatsen uit het vet en maken zich klaar voor tochten op natuurijs. Van dit weer genoot Siem in jongere jaren en dit weer lijkt een ode aan hem! De Elfstedentochten waren zijn grote trots. Twee keer uitgereden in de jaren ‘50 in Nederland en bij gebrek aan strenge winters diverse keren de alternatieve in Finland en Oostenrijk. Een ongelooflijk mooie beleving om samen met zijn 2 zoons in 1988 de alternatieve Elfstedentocht te schaatsen. Hij kon er eindeloos over vertellen. Zijn heldentochten kwamen, tot op hoge leeftijd, te pas te onpas ter sprake. In de zomers stond hij graag op de skeelers en moedigde de hele familie aan om aan te sluiten. Menig kind en kleinkind heeft hij met mooie skeelers verrast. Maar, ook de voetbal had zijn hartstocht. Alle wedstrijden die gespeeld werden volgde hij achter de buis vol vuur, was het eens of oneens met de scheids en zag de doelpunten al voordat ze gevallen waren. Zijn hart lag bij PSV.

Siem hield ook van spelletjes, vooral van kaarten. Klaverjas speelde hij fel en vol vuur. En niet proberen te verzaken, want dat had hij altijd door. Met de kinderen en kleinkinderen kaartspelletjes en rummikub en bij gebrek aan spelgenoten speelde hij patience tegen zichzelf.

Na zijn pensionering in de haven ging hij over op kleinere auto’s, het liefst een Volkswagen Golf diesel. Daarin reed hij eindeloos rond. Altijd bereid iemand op te halen, weg te brengen of in te zetten voor een of ander klusje. Iedere zaterdag vaste prik samen met zijn vrouwtje naar de markt in Rotterdam. Tot op hoge leeftijd heeft Siem in zijn auto rondgereden. Autorijden was zijn lust en zijn leven, het heeft hem tot op het laatste moment boos gemaakt dat voor hem besloten werd dat hij niet meer achter het stuur kon. Het bleef hem kwellen, hij bleef zoeken naar zijn rijbewijs en auto.

Siem heeft een groot gezin, 9 kinderen en evenzoveel schoonkinderen. De namen van zijn eigen kinderen kon hij redelijk onthouden, al ging hij wel vaak het hele rijtje af voordat hij bij de goede kwam. Met de kleinkinderen en hun vriendjes en vriendinnetjes werd dat wat lastiger, al wist hij wel hoeveelste in de rij ze waren in een gezin. Hij noemde hij ze gewoon allemaal ‘Keessie of Kereltje’. Het maakte niet uit of je een jongetje of een meisje was.

In de laatste jaren liet zijn korte termijn geheugen hem steeds meer in de steek en kwamen verhalen van vroeger naar boven die wij nog nooit hadden gehoord. Hij droomde intensief over zijn vader en moeder en broers en zussen. Hoewel dat slechte geheugen hem parten speelde, was hij meestal helder in het voeren van gesprekken, bleef ons allemaal herkennen en in de maling nemen. Altijd grapjes maken, ook over zijn eigen slechte geheugen. Daarvan was hij zich bewust.

Siem heeft het rondje vol gemaakt, als baby wilde hij niet eten, in de laatste weken van zijn leven is hij ook gestopt met eten. Al gedurende lange tijd had Siem intensieve zorg nodig. Die ontving hij van zijn vrouw Riet, waar hij dol op was. Met een ongelooflijke doorzettingsvermogen, soms met onbegrip of ongeduld, maar met bewonderenswaardige vasthoudendheid, heeft zij hem bij zich gehouden. Dat was hun grootste wens: tot het einde samen te blijven. En dat is gelukt.