Wie zaait zal oogsten

 Met een dergelijke titel kan ik u melden dat de oogst mislukt is. De oproep om Stompwijk meer kleur in de vorm van bloemen op de brug te plaatsen is amper aan voldaan. Gisteren had ik de eer om bij het Midzomerontbijt bij de Drie Molens te gaan filmen en op de terugweg had ik mooi tijd en gelegenheid om de waterkanten eens goed te observeren.

Eén burg en een stoep op het water deden hun best, maar zover mij bekend wordt deze brug al jaren in de bloemen gezet en op het stoepje pronken eveneens al geruime tijd bloempotten. Zo mooi als de foto’s van vorige week heb ik ze niet gespot.

Wel prachtige borders langs de slootkant en dat is eveneens een lust voor het oog.

Dit stukje berm trok eveneens mijn aandacht, een bord waarop ik een bedrijfsnaam verwachtte. Als je vanuit Stompwijk fietst zie je de achterkant waar niets op staat en als je terugfietst moet je echt oversteken om het te kunnen lezen. Totdat er een keer stil gestaan wordt op een prachtige zondagochtend. Het gaat over het veelzijdig landschap Stompwijk en de houthakkersbosjes.

Ik citeer:

“In de weidegebieden rondom Stompwijk liggen hier en daar nog kleine stukjes bos, waar essen, eiken en wilgen groeien. Het zijn zogenaamde geriefhout– of hakhoutbosjes. Ze worden zo genoemd omdat de boeren hier eeuwenlang hout hakten voor hun eigen ’gerief’. Door om de paar jaar de takken en toppen van de stammen af te hakken kregen ze houttwijgen, takken en stammen van verschillende diktes. Ze maakten er omheiningen en gereedschap van of gebruikten het als bouwmateriaal of brandhout. Deze bosjes worden ook wel ’pestbosjes’ genoemd. Bij epidemieën van veepest of miltvuur zouden de boeren hier hun dode vee begraven hebben. Maar lang niet ieder houthakbosje is een ‘pestbosje’. Tegenwoordig gebruiken de boeren bijna geen zelfgekweekt hout meer. Bovendien stonden deze bosjes bij herinrichting van het landschap in de weg, waardoor er veel zijn opgeruimd. De houthakbosjes zijn echter waardevolle plekken in het omringende grasland. Ze bieden beschutting aan het vee, er broeden allerlei vogels en kleine zoogdieren en insecten vinden er een schuilplaats. Bovendien herinneren ze aan het vroegere cultuurlandschap en verfraaien ze het landschap van nu. De gemeente wil dan ook de ruim 20 bosjes die er nog zijn bewaren en laten onderhouden, samen met de eigenaar.”

Al met al een toch wel groen resultaat al kan dat ook de bloeiende waterlelies en het oprukkende kroos komen.

Petra