Slim zijn is beter dan…

Slim zijn is beter dan ouderwets pompen

De Stompwijkse MKB-ondernemers zijn terecht ongeduldig (zie de Dorpsketting van vorige week – ‘Samen aan de slag voor een levend(ig) Stompwijk’) maar nemen wel erg grote stappen richting de conclusie dat er voor wat betreft de uitvoering van de gebiedsvisie ‘gepompt’ moet worden om ‘verzuipen’ te voorkomen.

Het is waar dat in 2007 alle bij de Gebiedsvisie Stompwijk betrokken partijen (12 organisaties in het werkteam en 32 organisaties in het meedenkteam) hun handtekening onder dit stuk hebben gezet. Maar toen het na het aannemen van deze ’totaalvisie’ aankwam op het maken van  concrete uitvoeringsplannen bleek dat Stompwijk zeer verdeeld is.  De Vrienden van Stompwijk zijn het al helemaal niet eens met de aanleg van het 1e deel van de rondweg en haakten af. Het verzet tegen de 1e fase is inmiddels niet meer beperkt tot de Vrienden: de weg roept ook bij bewoners van het ‘Dokterslaantje’ verzet op. Inmiddels wordt in het werkteam aan een tracé gewerkt waarvoor zoveel asfalt, bruggen en aftakkingen richting de DvN-straat nodig zijn, dat je afvraagt waar we in vredesnaam aan begonnen zijn. Tegen de afspraak in is tot op heden niets gedaan aan het onderzoeken van een alternatief voor de rondweg 1e fase, waartoe door het werkteam eind 2009 is besloten en die door alle leden van het werkteam als de beste oplossing voor zowel Stompwijk als Leidschendam werd beschouwd.

Een plan voor de 2e fase (achter de Dr. Van Noortstraat langs) leidde tot een over-mijn-lijkhouding en fel verzet bij de desbetreffende bewoners. Tot op vandaag weet niemand hoe de 2e fase van de rondweg eruit zal zien, omdat niet duidelijk is of het Stompwijkse kassengebied nog wel toekomst heeft. Verzet van buiten Stompwijk tegen de aanleg van een weg door een polder met een regionale betekenis is tot nu toe uitgebleven, maar dat zou wel eens kunnen veranderen zodra bestemmings- en bouwplannen ter visie worden gelegd. We kunnen dan vanuit de regio lastige vragen verwachten: waarom moet een dure weg door een landschap worden aangelegd om het betrekkelijke ongerief van slechts een paar honderd bewoners op te heffen?   

Over de plannenmakerij voor het kassengebied is al twee jaar niets meer vernomen en de planontwikkeling voor een Kulturhus stagneert vanwege problemen met het sluitend maken van de exploitatie en het feit dat de gemeente niet tot overeenstemming kan komen met een van de grondeigenaren. De vraag wat er van de Stompwijkseweg als beoogde ‘recreatieve route’ terecht moet komen als het vrachtverkeer gewoon over deze weg zal blijven worden aan- en afgevoerd is nooit naar behoren beantwoord. 

Blijkbaar bevat de Gebiedsvisie Stompwijk te veel open einden en onzekerheden en vergt het antwoord op belangrijke vragen veel meer tijd dan we in 2007 hadden gedacht. Niet voor niets heeft een aantal organisaties het werkteam in de afgelopen jaren verlaten: het duurt allemaal te lang, de materie is te complex en bovendien valt er voor deelnemers die meer vanuit een regionale visie naar Stompwijk kijken (Gewest Haaglanden, Recreatieschap Land van Wijk en Wouden) weinig te halen, omdat in het werkteam te veel en eenzijdig vanuit Stompwijkse belangen wordt geredeneerd. De projectleider werd van de complexiteit dermate tureluurs, dat hij het afgelopen jaar in retraite moest om een dreigende burn-out te voorkomen.   

Ik geef de Stompwijkse ondernemers in overweging te zoeken naar vereenvoudiging van het vervolgproces. Ze doen er goed aan hun oudbakken en aftandse benadering van hun problemen achter zich te laten. ‘De economie van Stompwijk’ bestaat niet en het is lichtelijk potsierlijk om te praten over ‘de concurrentiepositie van ondernemers in Stompwijk’ of over de keuze tussen ‘vitale kern of museumdorp’. Het gaat er uiteraard niet om dat Stompwijkse ondernemers hun bedrijf per se in Stompwijk moeten kunnen blijven uitoefenen, maar dat zij dat doen op een plek waar dat voor hun onderneming én hun omgeving het best uitkomt.  Waarom moet een bedrijf als Luijten Food, dat zijn producten vanuit de hele wereld aanvoert via Rotterdam Airport en Schiphol, zijn waren per se vanuit Stompwijk over Nederland en Europa distribueren? En waarom moeten transportbedrijven die heel Europa doorkruisen per se vanuit Stompwijk opereren? Waarom niet erkennen dat sommige bedrijven gewoon een maatje te groot zijn geworden en niet meer goed passen bij de schaal van het gebied waarin ze opereren? Overal in Nederland worden bedrijven om die reden verplaatst zonder dat doemscenario’s over het verdwijnen van werkgelegenheid en economische rampspoed realiteit worden. Waarom zou dat in Stompwijk niet kunnen? Gaan we over 20 jaar in wat dan nog van de Stompwijkse polders resteert een vliegveld aanleggen omdat dat voor ‘Stompwijk als vitale kern’ nodig is?  

Het zou goed zijn als het werkteam de uitgangspunten in de Gebiedsvisie eens kritisch onder de loep zou nemen. De wereld is sinds 2007 namelijk ook in onze regio nogal veranderd. Leiden (Grote Polder, Oostvlietpolder, Stevenhofjespolder), Voorschoten (Papenwegsepolder), Zoeterwoude (Meerburgerpolder), Den Haag (Vlietzone) en Oegstgeest (Nieuw Rhijngeest) ontwikkelen op dit moment plannen voor bedrijventerreinen, kantoren en woningen in hun polders, terwijl de leegstand van kantoren en bedrijfsruimte nergens zo groot als in de regio Leiden/Leidschendam. Intussen groeien bij de bevolking terecht de bezorgdheid en woede over het verdwijnen van landschappen en het ‘volbouwen’ van hun omgeving.

De problemen van de Stompwijkse ondernemers vergen slimmere oplossingen dan de gedateerde halve oplossingen in de Gebiedsvisie.

                                                           Jos Teunissen